0:00
/
0:00
Transcript

Hoe krijg ik mijn kerstgevoel op gang?

Valt niet altijd mee...

Het is zo ongeveer twaalf graden boven nul en vooral drijfnat. Het is ook al half december geweest, en we verlangen zo langzamerhand naar een beetje kerstgevoel. We hebben de halve ballen- en lichtjesafdeling van de Intratuin naar binnen gesleept, draaien de godganselijke dag kerstdeuntjes en eten alleen nog stamppotten en dingen met speculaaskruiden erin. En toch wil dat kerstgevoel maar niet opkomen. Waar doen we het eigenlijk allemaal nog voor?

Voor veel van ons duurt de winter gewoon te lang. Weliswaar wordt het nooit écht koud, maar er is een soort eindeloze herfst ontstaan. Alsof het van november tot april altijd maar gewoon, eeh, november blijft. Gíng het maar gewoon eens lekker vriezen, daar knapt een mens van op. In plaats daarvan regent en waait het vooral veel, en zitten we binnen een beetje te verzinnen hoe we ons eens zullen vermaken. Dat komt in de praktijk meestal neer op zitten te pielen op je telefoon terwijl de muggen om je hoofd zoemen. In december.

Precies daarom doen we waarschijnlijk zo’n moeite voor kerst. Precies daarom hebben we er zo’n honger naar en zo’n zin in. Precies daarom zijn de lichtjes en de ballen niet aan te slepen en is er een acute uitbraak van verlichte rendieren en knipperende pegelgoten. Wij sterven niet zo zeer meer aan oorlogen en pandemieën als wel aan de verveling. Het is niet het duister dat ons dreigt, maar vijftig tinten grijs.

Daar is ten eerste internetgrijs. Internetgrijs ontstaat wanneer er zóveel geuren en kleuren door elkaar geroerd worden dat ze eindigen in grijs, net zoals de pluis die nadat je de gekleurde was hebt gedraaid in het filter van de machine achterblijft. Dat grijs draag je bovendien met je mee, door de kleine tiran in je broekzak.

Verder is er sociaal grijs. De meesten van jullie kunnen het zich waarschijnlijk nauwelijks herinneren, of je was gewoon nog niet geboren, maar nog niet zo lang geleden liepen mensen spontaan bij elkaar binnen en belden elkaar spontaan op. Nu maken we dagen en soms weken van tevoren een afspraak om het gezellig te hebben, alsof we naar de tandarts gaan. Dat wordt op de een of andere manier toch nooit hetzelfde. Maar we hebben het zoveel drukker dan de mensen vroeger met... ja waarmee eigenlijk?

Dan is er nog het creatieve grijs. We hoeven niks meer te maken omdat alles te koop is. Een trui van de Zara zit strakker in elkaar dan eentje die je zelf gebreid hebt en pakt meestal nog goedkoper uit ook. Een kippenhok timmeren hoeft ook niet meer, dat haal je je gewoon bij de Welkoop of zo. Zingen en muziek maken is ook een hoop moeite voor niks, want dat kan Adèle beter, en die is elk moment beschikbaar, overal. Tekenen en schilderen dito: daar wordt elektronisch in voorzien en dat is ook nog beter voor het milieu en je hebt er geen rotzooi van in huis.

Naar buiten, dan maar? Even weg van de telefoon en het eindeloze entertainment? Maar buiten is het grijs, het regent en er is niks te zien. De bomen zijn kaal en het gras heeft de grijsgroene kleur van boontjes uit een potje in de supermarkt.

Maar gelukkig is er dus kerst. Het mag dan wel te warm zijn, maar donker is het wel en binnen kun je het zo decemberig maken als je wilt, toch? Dus proppen we ons hele huis vol zilverglas en dennentakken.

Maar we voelen er niks bij, nogal eens. Het kerstgevoel ontsnapt ons net zoals een naam die je voor op de tong ligt maar toch niet kan zeggen. Of iets wat je aan de zijkant van je blik steeds heel even meent te zien, maar toch niet scherp in het vizier kunt krijgen. Al die kerstmaatregelen die je hebt genomen - ballen, lichtjes en speculaas - lijken de onkerstigheid van je stemming, en trouwens van je hele wereld - alleen maar te onderstrepen.

Goed, genoeg geklaagd. Wat gaan we eraan doen?

We beginnen met het weer. Daar is niks aan te doen. Beter opletten is het enige dat ik kan verzinnen. Want die zes maanden november zijn maar schijn. Ook als de winter niet de sneeuw brengt die je van hem verwacht brengt hij misschien stiekem wel dingen die je níet verwacht. Dus toch maar gewoon het bos in en fietsen in plaats van met de auto. Want ook die eindeloze regen is meer een idee dan een werkelijkheid.

Dan het probleem van het benauwende internetgrijs. Veel van mijn collega priesters dringen erop aan maar eens streng te gaan internetvasten. Dat klinkt heel verstandig - en dat is het ook - als je het kunt opbrengen. Maar dat kunnen de meesten van ons helemaal niet. Want we zijn ermee vergroeid. En niks is zo frustrerend als mislukte goede voornemens. Krijg je geen kerstgevoel van.

Maar misschien is er een gulden middenweg? Vertraging in plaats van vasten? We wéten dat het niet het héle internet is, maar dat het een paar hele specifieke sociale media zijn die ons het meest verslaven en onze aandacht wegvreten. Misschien zou je alleen díe de nek om kunnen draaien en dat gewoon vol kunnen houden. Want ze zijn net zo dodelijk voor jouw kerstgevoel als koning Herodes voor het Kindje Jezus. Ik noem geen namen, we weten allemaal welke het zijn.

En dan verder eens dingen gaan doen die erop gebaseerd zijn dat er iets geboren moet worden. Dat je moet bevallen van iets. Want dat is wat kerst uiteindelijk ís. Dat midden in het donker - of de grijsheid - er iets in de wereld verschijnt dat nieuw licht en nieuwe hoop brengt. En die vallen niet uit de hemel neer en worden ons niet van buiten opgedrongen.

Dat God is ménsgeworden in het Kindje Jezus betekent juist dat het licht en de blijdschap worden geboren uit de wereld zélf. Uit jou, om precies te zijn. Je hoeft het heil niet van elders te verwachten: je draagt het zelf al in je mee. Je loopt het alleen voortdurend voorbij.

Goed, even pas op de plaats. Als je het ware kerstgevoel wilt krijgen, dus als God in jou Mens moet worden, moet je eerst weten wie die God is. Anders kun je persen totdat je blauw aanloopt, maar dan is frustratie het enige dat je tevoorschijn krijgt. Gelukkig is het helemaal niet moeilijk om te weten wie God is, want daar hebben we de traditie voor. En die zegt drie dingen over God: God schept, God redt en God maakt één.

Aspect één: God schept. Dus jij ook. Dat Maria Carey en Adèle beter kunnen zingen dan jij is vast waar, maar doe het toch maar. Maak muziek. Of teken of schilder of brei, in godsnaam. Schrijf een kerstverhaal, timmer een tuinbank. Hoe dan ook: maak iets. Het mag nuttig zijn, maar daar mag het niet om gaan. Maak niet iets omdat je het nodig hebt, maar omdat je een Maker bént. Een Schepper bént. Maak om te zijn, niet om te maken.

Aspect twee: God redt. Dus jij ook. Niet door in een soort schaatspak met een cape door de lucht te vliegen en ontsporende treinen te stoppen. Dat lijkt me niet erg realistisch. Ook niet door zieken te genezen door handoplegging of geld op de bankrekeningen van goede doelen te storten. Dat laatste moet je misschien wel doen, maar dat is té abstract om je ervan te doordringen dat je bent gemaakt om een redder te zijn. Dat doe je vooral door de behoeften van mensen om je heen te zien en daar iets op te ondernemen. In onze samenleving is dat vaak vereenzaming en verveling.

Misschien gaat het dan om mensen op leeftijd of mensen die gewoon sociaal niet zo handig zijn en buiten de boot vallen. Het is niet nodig om specifiek op zoek te gaan naar mensen om te redden. Ze doen zich vast en zeker spontaan aan je voor. Meestal zijn het namelijk net zulke mensen als jijzelf. Doorsnee mensen met doorsnee angsten en verlangens en vooral: doorsnee verveling. En jij hebt weliswaar geen spandex superkrachten maar wel één superkracht die daar ver bovenuit stijgt: aandacht en aanwezigheid. Superman is er niet, jij bent er wel. Dat maakt jou de gegarandeerde winnaar. Je kunt die aanwezigheid in Tiktok investeren. Je kunt ook iemand ontmoeten. En redder zijn.

Aspect drie. Verenigen. God maakt één. Om God de Vereniger op aarde te zetten komt er wel meer kijken dan die andere twee. Het begint bij zelf mensen vergeven. Dat klinkt makkelijk, maar dat is het soms niet. Wel als het gaat om mensen die je gewoon een keer goed op je bord hebben gescheten. Vervelende mensen. Irritante mensen. Die zijn fantastisch om je vergeefcapaciteiten op te oefenen. En dan mag je ook best van jezelf verwachten dat dat zo’n beetje lukt, ook. Maar er zijn ook mensen die écht kwaad te vergeven hebben. Van die mensen kun je dat niet eisen. Het is letterlijk een godsgenade als ze dat tóch lukt.

Maar verenigen eindigt niet bij vergeven. Ook het samenbrengen van mensen en het bewaren van de goed sfeer hoort daarbij. Juist met kerst vinden mensen dat vaak een enorme uitdaging. En dat is het ook, omdat we getraind zijn sensatie te zoeken in plaats van te relativeren. Verontwaardiging te voeren in plaats van te dempen. Overal een mening over te hebben in plaats van ons te beperken tot dingen waar we ook echt verstand van hebben. Op die drie punten eens een andere koers kiezen levert wonderlijke resultaten op.

En dan kalmeert misschien de storm van grijzigheid in je hoofd, het flikkerende duister en de lawaaierige verveling. Misschien klaart het nét genoeg op om de ster te zien schitteren die je bij je kerstgevoel brengt. Misschien ook niet. Dan prop je je gewoon vol met kerstkransjes en overgebleven pepernoten en tiktok je je tussen de muggen helemaal suf terwijl je ondertussen je familie uitscheldt. Even later is kerst gewoon weer voorbij en groeit het voorjaar. En volgend jaar probeer je het gewoon opnieuw. Leven is leren. In de hemel rusten we uit.

Discussion about this video

User's avatar

Ready for more?